De derde bestemming van onze Zwitserland Zomer Toer is de Aletsch Arena. Deze regio is vernoemd naar de beroemde en langste gletsjer van de Alpen: de Aletschgletsjer. Deze grote gletsjer is ook meteen de grootste aantrekkingskracht van de regio. Natuurlijk zijn er nog meer prachtige hoogtepunten. Er zijn meerdere onbekendere gletsjers en bergtoppen die ook een bezoekje waard zijn. Een ding is zeker: je kunt hier prachtig wandelen, en dat is wat wij gaan doen.
Met de gondel naar autovrij Fiescheralp
Vanuit Grindelwald rijden we via een mooie route naar de Aletsch Arena. Onderweg komen we langs de Grimselpas, die enorm indruk op ons maakt. We parkeren onze auto in Fiesch in het dal, aangezien het dorp autovrij is. De bagage nemen we mee in de gondel richting Fiescheralp. We logeren in het mooie hotel Eggishorn. Even snel omkleden en we gaan op pad! Op de Fiescheralp zien we een aantal hotels en restaurants. In de omgeving liggen ook de autovrije plaatsjes Bettmeralp en Riederalp. Vanuit het dorp zijn deze te bereiken met de gondel. Je kunt hier ook verblijven in het dal, waar de accommodaties wat goedkoper zijn.
Aletschgletscher: 3 uitzichtspunten
De Aletschgletscher kun je vanuit de Aletsch Arena in haar volle lengte op 3 plaatsen zien: Moosfluh, Bettmerhorn en Eggishorn. Wij nemen de gondel vanuit Fiescheralp naar de Eggishorn. Boven aangekomen zien we voor ons de enorme gletsjer en de Alpenreuzen Eiger, Mönch en Jungfrau. Ook de bergwereld aan de andere kant van het dal is prachtig om te zien. Dat Zwitserland misschien wel de mooiste bergen van de Alpen heeft, twijfelen we geen moment meer aan.
Wandelen Rundweg Eggishorn
Na een korte koffiepauze op het terras van het knusse hutje op de top, gaan we op weg naar de nieuwe Rundweg Eggishorn. Dit makkelijke wandelpad is 400 meter lang en duur ongeveer 20 minuten. Onderweg komen we diverse stations tegen, waar we meer lezen over de gletsjer en de bergwereld om ons heen. Erg leuk en leerzaam voor families met kids en wandelaars die behoefte hebben aan een mooie maar korte wandeling.
Naar de top van de Eggishorn.
We beginnen met een korte klim naar de top van de Eggishorn op 2926 meter hoogte. Deze wandeling doen we zo'n 15/20 minuten over en we wandelen en klauteren over flinke rotsen. Her en der zijn de rotsen flink hoog, maar verder is het goed te doen. Leuk voor kinderen die van klimmen en klauteren houden is het zeker. Op de top aangekomen worden we stil van de enorme lap ijs onder ons. De Aletschgletscher is namelijk 22,6 km lang, zo'n 2 km breed en op het dikste punt 900 meter dik. Dit wil je in het echt gezien hebben!
Tijd voor lunch bij de Gletscherstube
We staan op de top van de Eggishorn, en zien beneden ons in de verte een klein meertje en een berghutje. Dit is de Gletscherstube en we besluiten om hier te gaan lunchen. Via hetzelfde pad lopen we weer naar beneden, waar we linksaf slaan richting de stube. Ook hier liggen overal stenen en rotsen. Verder naar beneden verandert het pad in zand, grind en kleinere stenen. Na zo'n 1,5 uur lopen bereiken we De Gletscherstube, een mooie hut met terras. De Älplermagronen met appelmoes en de rösti smaken heerlijk!
We bekijk de Aletschgletscher van dichtbij
Na de lunch bij de Gletscherstube wandelen we zo'n 20 minuten verder door, richting de gletsjer. We vinden het best bijzonder hoe relatief snel en makkelijk je halverwege de gletsjer kunt komen! Het laatste stuk is vrij technisch en voor de meer ervaren wandelaars. Goede wandelschoenen zijn hier een must. Eenmaal beneden aangekomen zien we een enorme massa ijs, wat er toch wel anders uitziet van dichtbij dan vanaf de uitzichtspunten. We kunnen zelfs onder en in de gletsjer kijken, waar we prachtige blauwe ijslagen zien. Let op: ga niet zomaar op het ijs staan zonder gids, want her en der kunnen stukken afbreken. Uiteraard worden hier wel dagelijks tochten met gids georganiseerd.
Terug via een 900 meter lange tunnel
We wandelen weer terug richting de Gletscherstube, waar we rechtsaf slaan richting een 900 meter lange tunnel. Deze tunnel zorgt voor de watervoorziening van het dal, maar naast de enorme pijp kunnen wandelaars en mountainbikers op een snelle manier naar de andere kant van de berg komen. De weg terug is een breed grindpad en na 1,5 uur lopen zijn we weer bij ons hotel. Tijd voor een koud biertje en een Aperol Spritz.